Mini Truckers Uk
Robert Brownbill en Julien Petrov
Transport is transport voor onze Jantine. Of je het nou met groot vervoer doet of met klein. Transport is er in vele maten. Zo’n drie jaar geleden leerde zij voor het eerst de tak ‘Mini-Truckers’ kennen. Mannen en vrouwen die, net zoals de chauffeurs van grotere voertuigen, liefde hebben voor hun bedrijfswagen. Ook al zijn er nog steeds mensen die het niet begrijpen, de Mini-Truckers worden gelukkig steeds meer geaccepteerd. Want als we nou eens gewoon luisteren naar elkaar, dan weten we dat velen er (bewust of onbewust) voor kiezen om een Mini-Trucker te worden.
Ontmoeting met twee Engelse Mini-Truckers
Nou heb ik al eens een meeting gehad, een paar interviews mogen doen, maar het is tijdens Mega Trucks Festival afgelopen december, dat ik twee Engelse Mini-Truckers ontmoet. Het zijn Robert Brownbill (36) en Julien Petrov (33). Allebei hardwerkende ZZP-er, of zoals ze in Engeland zeggen: onw driver. Vind dat wel een stuk leuker klinken, bedenk ik mijzelf. En terwijl ik Julian uitleg wat het letterlijk in het Nederlands betekent, breekt hij bijna zijn tong over de G.
Robert en Julien rijden allebei een MAN TGE 3.180, die toch wel net even wat extra’s hebben dan een gemiddelde bedrijfswagen. Je kan overduidelijk merken dat ze net zo gek zijn op hun wagens, als de Nederlandse Mini-Truckers. Ik ben benieuwd hoe zij ZZP-er zijn geworden? En dat gaat Robert vertellen: “Mijn vader werkte in loondienst en toen ik dat zo eens bekeek, bedacht ik dat het ook anders moest kunnen. En zo ben ik voor mijzelf begonnen. Zie je de tekeningen op de motorkap? Daar hebben mijn grootouders en vader meegereden. Gaaf hè?” Julien heeft daarentegen niemand in de familie die rijdt of gereden heeft. “Ik zag het en was verkocht. Het rijden vind ik heerlijk! Ik zou echt niet anders meer willen.“
Droombaan
Nou weet ik dat je niet zo maar een Mini-Trucker wordt. Het is net zoals chauffeur worden, het zit in je DNA of niet. Zo ook bij Robert en Julien. Naast het feit dat ze een passie voor auto’s hebben, vertellen ze mij ook dat ze het heerlijk vinden om het werk te doen, dat ze nu doen. En dat het voor hun de droombaan is. Robert rijdt in Engeland ongeveer 25 adressen per dag, vervoert koffiebekers en toebehoren. En komt dus op diverse locaties. Terwijl hij zijn verhaal vertelt, bedenk ik mij eigenlijk al hoe het moet zijn met deze wagen op de smalle wegen daar? Robert lacht daarom, met rust en kalmte kom je een heel eind, legt hij uit. Julien rijdt sowieso voor één vaste opdrachtgever en vertelt: ”Het rijden maakt mij erg gelukkig. Zoals ik al eerder vertelde, als het te vervoeren valt en het past in mijn wagen, dan zal ik het naar de locatie(s) brengen, waar dan ook”.
In de toekomst op een vrachtwagen?
Je kunt constateren dat deze twee mannen een passie voor hun vak hebben. Ze doen wat hun gelukkig maakt. Persoonlijk vind ik dat erg mooi om te zien. Toch ben ik wel heel benieuwd of ze stiekem, in de toekomst, op het wat groters willen gaan rijden? Als ik dat vraag, dan grinniken ze beiden en krijg ik een identiek antwoord. ”Nee, voor nu totaal niet. Ten eerste zal ik dan weer naar de rijschool moeten om de andere papieren te behalen. Ten tweede, het bevalt goed zo. De kosten voor iets op de auto zetten of aan de auto doen, zijn een stuk goedkoper. Het bevalt goed en waarom zou je iets veranderen wat goed bevalt? In de toekomst zien we het wel.”
Is er verschil tussen de shows in Engeland of Nederland?
Robert en Julien zijn uiteraard wel in Engeland op truckshows geweest. Dat is toch net even anders dan in Nederland, vertellen zij. Robert: “Wij zijn in totaal dit jaar drie keer bij een show in Nederland geweest. Wat direct opvalt, is dat jullie Nederlanders nog gepassioneerder zijn van de wagens dan ik zelf had verwacht. In Engeland poetsen we (soms iets meer dan logisch haha), maar een show is vaak een uitje voor de mensen. Of ze dan wat hebben met vrachtwagens? Nou sommigen wel, sommigen niet. Hier in Nederland is het niet alleen familie-uitje, maar het is ook dat iedereen met elkaar écht praat en ideeën uitwisselt.“
Julien gaat hier verder op in: ”Precies, neem nou het Mega Trucks Festival in de Brabanthallen, waar we nu zijn. Wij zagen deze op internet en dachten daar proberen we bij te zijn. Hoe leuk dat we mochten komen! En er stonden al Mini-Truckers waar we bij aan konden sluiten. Dat is toch superfantastisch! We hadden al veel foto’s gezien, maar mochten het nu zelf beleven. Het is écht boven verwachting, nog beter dan we hoopten. Iedereen is super vriendelijk en relaxed.”
Maar zijn jullie niet benauwd voor een slechte reactie, vraag ik mij af? De heren schieten in de lach. ”Het zijn onze wagens en wij houden ervan. Mocht iemand ons willen beledigen, dan steken wij de duim omhoog. Onze passie, is onze passie. Dat is wat telt”.
Bedankt
Terwijl ik met de mannen in gesprek ben, valt het mij op dat hun wagens veel bekijks hebben. Veel mensen zijn er van onder de indruk. En elke keer dat je opnieuw kijkt, zie je wel weer een ander detail. Ik betrap mijzelf erop, dat ik niet uitgekeken raak. Maar de foto’s moeten nog gemaakt worden en inmiddels is het aardig druk. Maar ook dat komt goed. Dankjewel Robert en Julien, dat ik met jullie in gesprek mocht. Mooi jullie passie zo te zien!
Jantine